Hoe kunnen lezers de (impliciete) culturele denkbeelden of al dan niet heersende ideologieën in jeugdboeken leren herkennen en bevragen? Of anders verwoord: Hoe kunnen leraren de cultuurkritische geletterdheid van hun leerlingen via boeken aanscherpen? Lezen vergroot vooreerst het empathisch vermogen van onze jongeren. Ze leren zich verplaatsen in iemand anders, ze leren kijken met de ogen van een personage of verteller die er andere opvattingen op nahoudt. Zo leren ze ook in het dagelijkse leven om begrip op te brengen voor anderen of diverse opvattingen, om genuanceerd in het leven te staan. Je werkt dus aan een positief talige grondhouding want je leerlingen leren andere denkwijzen, talen en culturen te omarmen of toch ten minste niet categorisch af te wijzen. Het is met andere woorden ons doel om onze leerlingen gaandeweg een bredere kijk op de wereld te geven en hen in staat te stellen om vooroordelen en veralgemeningen of eenzijdige zwart-witstandpunten te doorprikken. Maar hoe pak je dit aan in de klas, in het bijzonder in de lessen literatuur? In ons lesmateriaal kozen we voor de cultuurbewuste en -kritische leesmethode van Van den Bossche en Klomberg (2020).
